Een toonstelsel is de manier waarop het klankgebied van de muziek is ingedeeld.
Die indeling is in de loop van de geschiedenis erg verschillend geweest en verschilt nog steeds bij diverse culturen en muziekvormen.

Er is één punt van overeenkomst bij alle culturen en periodes:

Het octaaf
In alle toonstelsels heeft men het toongebied ingedeeld in fragmenten die worden begrensd door twee tonen die zoveel op elkaar lijken dat hun klankverschil nauwelijks te horen is.
De oorzaak hiervan is de verhouding tussen de trillingsgetallen van de tonen.
Die verhouding is 1:2 d.w.z een octaaf hoger is een verdubbeling van de frequentie, een octaaf lager dus een halvering.
De naam octaaf komt van het Latijnse woord 'octavus' dat achtste betekent.
Deze benaming suggereert dat het octaaf is verdeeld in 7 toonsafstanden waarbij het octaaf als achtste toon het begin is van een nieuw fragment.
Dit is echter lang niet altijd het geval: er zijn toonstelsels waarbij het octaaf in 3, 4, 5 of 6 ruimtes is onderverdeeld.
De benaming is dus enigzins misleidend en eigenlijk alleen juist voor het toonstelsel dat in de westerse muziek wordt gebruikt:

Het diatonisch toonstelsel

Dit toonstelsel heeft dus zeven verschillende tonen per octaaf die aangeduid worden met de eerste zeven letters van het alfabet: A-B-C-D-E-F-G.
De achtste toon (het octaaf) is dus weer een A en het begin van een nieuwe reeks. Dit zijn de hoofd- of stamtonen.

In het diatonische toonstelsel zijn niet alle toonsafstanden gelijk:
De afstanden e-f en b-c zijn kleiner dan de afstanden tussen de andere tonen.
Deze worden halve toonsafstanden genoemd en zijn (in de westerse muziek) de kleinste toonsafstand.
Ze komen overeen met één fretafstand op een gitaar.
De afstanden tussen de andere tonen heten hele toonsafstanden en komen overeen met twee fretafstanden.
Dit houdt in dat er nog tonen bestaan tussen de hele toonsafstanden: de afgeleide of chromatische tonen.
Deze worden beschouwd als kleuringen van de stamtonen, vandaar de naam chromatisch. (van het Griekse woord 'chroma'=kleur)

De chromatische tonen die ontstaan door verhoging van de stamtonen worden aangeduid met de stamtoonnaam plus het achtervoegsel is: c->cis, f->fis, g->gis, a->ais enz.

Bij verlaging van de stamtonen wordt bij een medeklinker het achtervoegsel es gebruikt en bij een klinker s : d->des, g->ges, a->as, e->es enz.

Het octaaf bestaat in het diatonisch toonstelsel dus uit 12 halve toonsafstanden. (5 hele en 2 halve tonen).

Een verhoogde stamtoon heeft dezelfde toonhoogte als de verlaagde daaropvolgende stamtoon: gis=as, cis=des, enz.
Dit worden enharmonisch gelijke tonen genoemd. (enharmonisch betekent in samenklank)

Terug naar index     Het notenstelsel     Sluiten